Autorijden is een actieve interactie. Er zijn veel dingen die de aandacht vragen. De bediening van de auto, de route die men rijdt, het interpreteren van de verkeersregels en –tekens, reageren op andere weggebruikers, en nog veel meer. Ook het gevoel dat je er niet even tussenuit kunt, maakt dat de druk hoog wordt. Vooral op een snelweg kan aan die behoefte niet makkelijk toegegeven worden.

Thuis of op uw werk kunt u zich even afzonderen als u overprikkeld raakt of als het u even te veel wordt. In de auto voelt u die ruimte niet. Alles om u heen gaat door en u moet mee, soms met hoge snelheid. Vooral wegen die geen uitwijkmogelijkheid hebben kunnen u een benauwd gevoel geven. Met name op wegen waar de snelheid hoger is, zoals op de snelweg, komen al deze aspecten samen. Daarom kunnen mensen soms klachten op de snelweg ervaren en minder of geen op andere wegen. Ook kunnen de klachten zich langzaam gaan uitbreiden naar andere wegen.

Juist de bovenstaande factoren kunnen zorgen dat de angst zo oploopt dat men paniekgevoelens kan krijgen. Deze kenmerken zich in bijvoorbeeld licht in het hoofd of juist een druk voelen, hartkloppingen, transpireren, trillen, verkrampen al dan niet met hyperventileren.

De vraag is of de reden waarom en de mate waarin u bang wordt reëel is. Er kunnen redenen zijn waarom het wel degelijk reëel is dat u bang bent. Daarnaast zijn er mensen die goed beseffen dat de angst die zij voelen niet reëel is, maar deze angst toch niet los kunnen laten onderweg.

Het blijkt dat hoe men omgaat met angstklachten de klachten kunnen verhevigen of verminderen. Wanneer u klachten krijgt en u kunt uzelf corrigeren, zullen de klachten verminderen. Wanneer u (bewust of onbewust) deze klachten wilt vermijden,  u drukt ze weg,  dan kunnen de klachten juist verergeren en zelfs overgaan in paniekklachten. (Uitgezonderd post traumatische klachten (PTSS), waarbij de angstklachten uit het onbewuste komen en zo extreem kunnen zijn dat u deze niet of met moeite kunt beheersen.) Dit verklaart waarom therapie gebaseerd op afleiding slechts in enkele gevallen helpt.  De ene persoon blijft wel rijden maar heeft wel last van angstklachten of spanning, de ander gaat het rijden algemeen of op bepaalde wegen of weggedeelten vermijden. In beide gevallen zou men het graag anders zien en de rijangst achter zich laten.

Wat ook de oorzaak van uw rijangst is, wij helpen u weer op weg. Klikt u hier door naar de aanpak.